Gepubliceerd in: 2024
Onder ouders bestaan veel vragen over diverse mondproblemen, zoals knarsen, kwijlen en tandenpoetsen. In dit thema gaan we in op een aantal van die mondproblemen.

Gregor van der Heijden vertelt als tandarts gehandicaptenzorg over het Centrum Bijzondere Tandheelkunde Limburg en geeft tips over Rett gerelateerde mond(verzorging) problemen.
We hebben een informatieve bijdrage over de Drooling Polikliniek van Radboud UMC Nijmegen. Het “kwijlteam” ziet hier kinderen tot 18 jaar met slikproblemen of overmatig kwijlen.
Veel kinderen met Rett syndroom hebben last van overmatig speekselverlies. Op de polikliniek van Radboud UMC Nijmegen kunnen kinderen t/m 18 jaar terecht met slikproblemen of overmatig kwijlen. Het droolingteam (kwijlteam) bestaat uit kinderneuroloog Corrie Erasmus en drie logopedisten. Zij geven na een onderzoek een behandeladvies.

Feitjes rondom kwijlen
Per dag maken de speekselklieren een halve tot anderhalve liter speeksel aan. Kinderen slikken 1 tot 3 keer per minuut hun speeksel weg. Tijdens het eten en drinken slikken ze nog vaker om het voedsel en speeksel naar de slokdarm en maag te brengen. Het slikken gebeurt voor een groot deel automatisch.
Bij veel kinderen met een motorische of verstandelijke beperking gaat er tijdens het slikproces iets niet goed. Dit kan leiden tot slikproblemen en/of kwijlen. Dat kan hinderlijk zijn voor zowel het kind, als voor zijn of haar omgeving. Ook kan het kind zich verslikken in het speeksel, wat luchtweginfecties tot gevolg kan hebben.
Diagnose en onderzoek
Een bezoek aan de Slik- en kwijlpoli duurt ongeveer 2 uur. Tijdens dit bezoek kijkt de kinderneuroloog goed naar de diagnose, de oorzaak van het probleem en de medicatie die het kind gebruikt. De logopedist beoordeelt of het kind veilig kan slikken, en meet het kwijlen. Dit doet geen pijn. Het kind wordt 5 minuten tijdens rust en tijdens spel geobserveerd.
Behandelvormen op een rij
Voor een aantal kinderen kan intensieve logopedie of gedragstherapie een positief effect hebben op de slikproblemen. Daarnaast biedt het Radboud UMC diverse behandelingen aan. Uiteraard beoordeelt de arts of een van onderstaande behandelingen passend is bij de problematiek van het kind. Het is belangrijk te beseffen dat de behandelingen verbetering kunnen bieden, maar daarnaast ook bijwerking en/of complicaties kunnen veroorzaken.
- Behandeling met Glycopyrronium
- Botulinetoxine (Botox) injectie in de speekselklieren.
- Operatie
1 Glycopyrronium is medicatie, beschikbaar in de vorm van een drankje. Het vermindert de hoeveelheid speeksel door de werking van een lichaamseigen stof (acetylcholine) te remmen. Acetylcholine beïnvloedt verschillende organen in het lichaam, zoals blaas, darmen, longen, de iris in het oog en de speekselklieren.
Glycopyrronium remt de speekselproductie, zonder dat er een tekort aan speeksel ontstaat. De verwachting is dat de hoeveelheid speeksel na de behandeling met Glycopyrronium beter is afgestemd op de slikmogelijkheden van het kind.
Bij ongeveer 7 op de 10 kinderen werkt het medicijn goed. Het effect van Glycopyrronium is meestal binnen een aantal weken merkbaar.
Door het gebruik van Glycopyrronium kunnen er diverse bijwerkingen optreden. Het is noodzakelijk om deze bijwerkingen te signaleren, te behandelen en/of de behandelend arts te informeren.
2 Botox is in staat om de prikkeloverdracht van een zenuw naar een spier of klier te blokkeren, in dit geval naar de mondbodem speekselklieren. De behandeling bestaat uit een gerichte injectie met Botox (links en rechts achter de kaakrand) in 2 van de 6 grote speekselklieren. De verwachting is dat de hoeveelheid speeksel na de behandeling beter afgestemd is op de slikmogelijkheden van het kind. Het is mogelijk om deze behandeling in de loop der tijd meerdere malen te herhalen.
Bij ruim 50% van de kinderen werkt dit naar tevredenheid voor een periode van 6 tot 8 maanden.
De behandeling vindt plaats tijdens een dag-opname op de Dagbehandeling Operatiekamers van het Radboudumc.
3 Verschillende operatieve ingrepen kunnen het kwijlen behandelen.
- Verleggen van de afvoergang van de onderkaakspeekselklieren (rerouting) en verwijderen van de speekselklieren onder de tong.
Het kind wordt in het ziekenhuis opgenomen. In verband met kans op zwelling van mondbodem of tong wordt het kind na de ingreep in slaap gehouden en beademd en verblijft de eerste nacht op de Intensive Care. Daarna gaat hij of zij naar een gewone afdeling. - Onderbinden van de afvoergang van de onderkaakspeekselklier kan tijdens een dagbehandeling. Er wordt een clipje op de afvoerbuis van een speekselklier gezet, Hiermee is de afvoerbuisgesloten en kan er geen speeksel meer in de mond komen. Het kind kan, als het goed eet en drinkt, dezelfde dag terug naar huis.
- Het verwijderen van de onderkaakspeekselklier. Na het verwijderen gaat het kind via de uitslaapkamer naar de afdeling. Afhankelijk van het verloop kan hij of zij weer naar huis toe.
Bij al deze operaties is er kans op complicaties. Verder is er na een behandeling aan de speekselklieren risico op een droge mond (xerostomie). Dit risico moet goed worden afgewogen tegen het effect van de behandeling. Daarnaast is het zo dat ondanks deze behandeling, het kwijlen (in mindere mate) kan blijven bestaan.
Verwijzing droolingteam
Patiënten kunnen worden aangemeld door de eigen arts te laten verwijzen naar:
Dr. Corrie Erasmus, kinderneuroloog-coördinator slik/droolingteam
Geert Grooteplein zuid 10, huispost 804
6500 HB Nijmegen
Vooraf aan de verwijzing naar de droolingpoli is het advies dat de verwijzend arts zoveel mogelijk onderhoudende factoren voor overmatig speekselverlies bij het kind checkt en zo nodig eerst behandelt.
Onderhoudende factoren voor overmatig speekselverlies:
- voorkom obstipatie
- voorkom braken en gastro-intestinale reflux
- verdun eventueel slijm door vernevelen met fysiologisch zout
- controleer medicatie op bijwerkingen
- controle KNO-arts: dikwijls KNO-infecties en door hoesten geïrriteerde slijmvliezen
- aandacht voor de mondverzorging
- check allergieën en daardoor geïrriteerde slijmvliezen
- aandacht voor de houding: onvoldoende hoofdhouding waardoor moeite met slikken.
- voorkom sabbelen op vingers of speelgoed
- evaluatie met fysiotherapie, ergotherapie, logopedie in de eigen regio.