Skip to content
De Nederlandse Rett Syndroom Vereniging vertegenwoordigt alle personen met Rett syndroom in Nederland

Een zwembad kan op veel verschillende manieren worden gebruikt: voor recreatie, voor ontspanning, voor therapie, voor training en voor zwemles. Voor personen met Rett syndroom is een zwembad een goed middel om te ontspannen en om te werken aan doelen. Een zwembad met water van 32 graden en een warme lucht zorgt voor ontspanning, kouder water zorgt juist voor activering van de persoon en specifiek van de spieren. Dit kan je gericht inzetten, als je bijvoorbeeld rompbalans wilt trainen of als een persoon alleen kan lopen ‘op het spasme’. Als je echter ook ontspanning van de spieren wilt bereiken en een meer gemoedelijke sfeer wilt bereiken, wordt een warme watertemperatuur aanbevolen.

Hydrotherapie kan het kind met een therapeut doen, maar is zeker ook mogelijk met de ouders, verzorgers of andere begeleiders. Het is dan wel wenselijk om van de fysiotherapeut advies te krijgen over de uitvoering van de oefeningen.

Hydrotherapie

Bij hydrotherapie wordt gericht gewerkt aan doelen, waarbij je gebruik maakt van de eigenschappen van het water. Er worden geen drijfhulpmiddelen gebruikt. Een waterdiepte waarbij het water tot de borst of oksel van de zwemmer komt, is ideaal. De therapiesessie bestaat uit een afwisseling van oefeningen en ontspanningsmomenten.

Als fysiotherapeut werken we veel aan grove en fijne motoriek, naast een symmetrische houding. Oefeningen en ontspanning wisselen elkaar af.

Grove motoriek

Personen die niet zelfstandig kunnen lopen, hebben in het water vaak minder steun nodig hebben, en kunnen soms zelfs zelfstandig lopen in het water. Dit komt doordat er door de opwaartse druk minder gewicht op de benen rust en er dus minder kracht voor nodig is om niet door de knieën te zakken. Daarnaast heb je meer tijd om je op te vangen als je je gewicht verliest opzij of naar voren/achteren, en lukt het dus beter om zelf tijdig een opvangpas te maken. Dit is goed trainbaar, door steeds wat minder steun te geven: eerst voor de persoon door beide handen vast te houden, dan achter de persoon met steun aan de schouder(s) of heup(en). In sommige gevallen zal het mogelijk zijn om met slechts 1 vinger tegen de schouder te steunen of zelfs momenten geen steun te hoeven geven. Bij personen die moeite hebben met slikken is het erg belangrijk om te voorkomen dat de persoon water binnenkrijgt, zorg dus altijd dat je dichtbij blijft om iemand snel op te vangen, zodat die geen water hapt. Als het opstappen of traplopen een aandachtspunt is, kan dat in het water geoefend worden door steps op de bodem te leggen en daar op te stappen. Kleine obstakels kunnen op de bodem worden gelegd om het stappen over een drempel of obstakel te oefenen. Stabalans kan ook goed getraind worden in het water, vooral omdat je meer tijd hebt om te reageren. Het maken van een opvangpas kan hiermee getraind worden.

Tot slot kan ook de zitbalans worden geoefend, door de persoon op 1 of 2 van je knieën te zetten. Probeer steeds minder steun te geven en kijk wat de persoon doet aan evenwichtsreacties. Geef pas steun als de persoon de balans zelf niet meer kan bewaren. Om het lastiger te maken kan je wiebelen met de knieën of de persoon bewust uit balans brengen.

Fijne motoriek

In het water zijn veel mogelijkheden om fijne motoriek te oefenen. Het voordeel is dat drijvende materialen binnen handbereik blijven als ze weggeduwd worden, waarbij ze op het droge vaak van tafel vallen en buiten bereik zijn. Denk bijvoorbeeld aan het  spelen met een grote opblaasbal, die je heen en weer kan slaan tussen 2 personen. Hierbij kunnen vooral de reactiesnelheid, het heffen van de arm en eventueel het openen van de vuist worden geoefend. Het reiken en grijpen met de hand kan worden geoefend door kleiner materiaal (waterbomdieren, balletjes, staafjes) op het water te laten drijven en te verzamelen. Door ze daarna naar de kant te brengen kan je oefenen met het vasthouden en op het juiste moment loslaten.

Ontspanning en houding

Tot slot biedt het water ook mogelijkheden om te ontspannen en spieren op een ontspannen manier te rekken. Om de rugspieren soepel te houden, bijvoorbeeld bij een flexibele scoliose, kan je de persoon met het gezicht van je af houden en onder de oksels vastpakken. Loop naar achteren en laat de benen van de persoon vrij door het water zwieren. Draai hierbij de kant op tegen de scoliose in, zodat de rugspieren aan de verkorte kant van de scoliose rustig gerekt worden. Bij personen die veel voorovergebogen zitten en een flexibele kyfose (bolling) van de bovenrug hebben, kan je de persoon met het gezicht naar je toe onder de oksel pakken. Zorg dat de benen gaan drijven, zodat de persoon op haar buik in het water ligt. Laat de persoon wat omlaag zakken, zodat hij of zijn zelf de bovenrug en nek moet strekken om met het hoofd boven water moet blijven. Als dit goed gaat, kan je ook steun geven aan de ellebogen of handen, waarbij de persoon zelf steun neemt op de armen om op te strekken. Let er goed op dat je de persoon snel optilt als ze het hoofd laat zakken, zodat ze geen water hapt.

Back To Top