Mijn broers zijn mijn vrienden; de één zwemt en de ander wandelt iedere week met mij.
Door Rett syndroom zijn de woorden die ik vroeger kende, vervangen door mijn sprekende ogen.
De dag die bekend staat als ‘9/11’ is de dag waarop Linda definitief werd toegelaten tot het gezelschap van vooral meisjes op dat moment nog, die het stempeltje dragen ‘Rett syndroom’. Een toen nog relatief onbekend fenomeen zou vanaf die dag de rest van haar, en dus ook het leven van haar gezin gaan bepalen.
Haar ouders koesteren de foto’s van voor ‘de knik’ waarop ze parmantig haar tanden zet in een grote appel of samen met haar oudere broer stoeit met een tuinslang. De woorden die ze kende werden vervangen door sprekende ogen en een lichaamstaal die feitelijk enkel de mensen in haar nabije omgeving begrijpen.
Ondanks, of misschien wel dankzij, dat alles heeft Linda (26 jaar) zich ontwikkeld tot een volwassen vrouw die houdt van alles wat maar leven in de brouwerij brengt. Dat mag een bezoek aan een concert zijn, het bijwonen van een voetbalwedstrijd of gewoon shoppen in een druk winkelcentrum. Linda houdt van mensen en eigenlijk nog het meest als die mensen in een slap stick-achtige situatie belanden. Een schaterlach van Linda is dan hun, overigens niet altijd gewaardeerde, beloning.
Vier dagen in de week maakt Linda gebruik van dagbesteding en de overige dagen is ze, als ze niet aan het zwemmen is met haar oudste broer of samen met haar hond Tessa en haar jongste broer aan het wandelen is, ‘gewoon’ thuis te vinden. Ondanks de dagelijkse zorgen genieten zij daar van haar lach, haar eigenzinnigheid, haar dwarsheid en haar gevoel voor humor, kortom; van alles wat Linda tot Linda maakt.
<PortRett gepubliceerd in 2024>